Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat er voldoende feedback gegeven wordt op taken en toetsen. Als je dit niet doet, dan krijgen leerlingen niet echt de mogelijkheid om hun werk te verbeteren en inzicht te krijgen in hun fouten. Het artikel uit 'Fons' dat ik heb gelezen gaat dan ook aan de slag met hoe je op een effectieve manier feedback formuleert.
Timing van de feedback
Feedback geef je best tussendoor, wanneer ze er effectief mee aan de slag kunnen gaan. Want wanneer leerlingen dit pas op het einde van een project krijgen, zullen ze vaak niets met die feedback doen. Er zijn drie zaken waar je rekening mee moet houden:
De leerling moet inzicht krijgen in zijn prestatie.
De feedback moet de leerling verder helpen met zijn project.
De feedback moet de leerlingen motiveren om zijn project te verbeteren.
Het stappenplan
Stap 1: het communicatieve doel
Bepaal of je leerling het communicatieve doel behaalt dat ze moeten bereiken.
Stap 2: sterke punten en verbeterpunten
Noteer de sterke punten en de verbeterpunten die je opvielen. Dit kan beknopt opgeschreven worden.
Stap 3: belangrijkste aandachtspunten
Bepaal op welke punten je feedback wil geven: de leerling kan namelijk gedemotiveerd raken wanneer je alles benoemt dat verbeterd moet worden dus wees selectief en kies de belangrijkste punten. Je kan hiervoor kiezen om eventueel vooraf gegeven criteria te gebruiken als uitgangspunt maar hoe dan ook, de leerling mag niet uit de lucht vallen als hij deze leest.
Het is vaak ook beter om eerst te focussen op hogere-orde-aspecten, zoals de inhoud, structuur en stijl van de tekst, omdat dit vaak een groter positief effect heeft op de kwaliteit van de tekst. Ga pas focussen op lagere-orde-aspecten, zoals grammatica, spelling, interpunctie en lay-out, wanneer de rest in orde is (met uitzondering als deze fouten de leesbaarheid verhinderen).
Stap 4: kwaliteit van de tekst
De kwaliteit bepaalt welke feedback je geeft (zie hieronder naar 'soorten feedback'). Bepaal voor je feedback geeft of de tekst zwak, gemiddeld of sterk is, want niet iedere schrijver heeft nood aan dezelfde feedback. Houd hierbij wel rekening met de mate waarin de leerling erin slaagt om het communicatieve doel te bereiken.
Stap 5: feedback
Je verwoordt de feedback zodat de leerling ermee aan de slag kan en gemotiveerd wordt om ermee aan de slag te gaan.
Stap 6: controle
Je controleert of je voldoende selectief bent geweest: je gaat na of de feedback duidelijk geformuleerd is en je benoemt ook wat wel goed is. De leerling moet weten wat hij kan doen om zijn tekst te verbeteren maar hij dient hiervoor ook gemotiveerd te zijn. Daarbij moet de leerling ook de kans krijgen om zijn tekst te verbeteren op basis van de feedback want anders gaan ze hier niet veel uit leren.
Dan is er ook nog een stukje waarin twee soorten feedback worden onderscheiden:
Directieve feedback: Je maakt aan de leerlingen duidelijk wat en hoe ze moeten verbeteren of je corrigeert zelf de tekst. De verantwoordelijkheid van het verbeteren ligt vooral bij de feedbackgever, minder bij de schrijver. Deze soort is meer geschikt voor zwakkere schrijver of lagere-orde aspecten.
Faciliterende feedback: Je stelt de leerlingen vragen of geeft ze een lezersreactie om hen zo aan het denken te zetten. Zo blijven ze zelf de eigenaar van hun tekst. Deze soort is meer geschikt voor sterkere schrijvers of hogere orde aspecten.
Comments