top of page
  • Foto van schrijverSilke Thijs

Steeds meer kinderen slagen niet voor lager onderwijs

Volledige titel: Steeds meer kinderen slagen niet voor lager onderwijs: hoe komt dat en kunnen we het tij keren?


In zes jaar tijd is het aantal leerlingen dat hun getuigschrift lager onderwijs niet haalt verdubbeld. Onderwijsonderzoekster Katrijn Denies is van mening dat 'er meer aan de hand is dan dat de onderwijskwaliteit niet deugt'. Het Nieuwsblad heeft deze cijfers verzameld en kwam tot de volgende conclusies:

2.620 kinderen haalden in het schooljaar 2017-2018 hun getuigschrift niet. Vorig schooljaar is dit aantal gestegen naar 4.843 kinderen. Dit zijn leerlingen die automatisch moeten starten in de B-stroom en die nadien naar het beroepsonderwijs zullen doorstromen. Ze kunnen nog proberen hun getuigschrift te halen, maar dat gebeurt niet vaak.

Daarbij valt ook op dat meer en meer leerlingen steeds vroeger het lager onderwijs verlaten. Steeds meer leerlingen starten al op de middelbare school na het vijfde, of zelfs het vierde, leerjaar. Dit is mogelijk bij kinderen die een jaar (of meer) hebben gedubbeld of die later zijn gestart met het lager onderwijs, aangezien er maar een voorwaarde is om te kunnen starten op het middelbaar: ze moeten twaalf jaar oud zijn.

Katrijn Denies denkt dat er verschillende factoren meespelen in deze cijfers. Bijvoorbeeld kinderen die thuis minder gestimuleerd worden: kinderen hebben minder boeken in huis, en ook ouders helpen hun kinderen minder vaak bij leesbegrip of het leren kennen van cijfers. Er zijn ook vaker kinderen die met honger naar school gaan, dat zou ook een mogelijke factor kunnen zijn. Daarbij is de groep leerlingen die een andere thuistaal heeft ook groter geworden, en men heeft tijd nodig om hen Nederlands aan te leren.

Hoewel scholen de leerlingen absoluut niet loslaten en proberen hen aan boord te houden, vormt dit wel een grote uitdaging voor hen. Er zijn veel leerlingen die in 1B starten die wel wat bagage hebben: ze hebben niet alleen hun getuigschrift niet gehaald, maar missen vaak veel leerstof die ze niet hebben gezien doordat ze het vijfde en zesde leerjaar hebben overgeslagen. Hoe dan ook wordt de heterogeniteit van de klassen groter, wat het voor leerkrachten moeilijk maakt om aan alle verschillende noden van hun leerlingen te voldoen.

Vierduizend achthonderddrieënveertig leerlingen die geen getuigschrift halen. Ik vind dit een ontzettend hoog cijfer als je weet dat er in Vlaanderen ongeveer 465.000 leerlingen in zowel regulier als buitengewoon basisonderwijs zitten (Vlaanderen.be). Er zijn dus bijna 5.000 leerlingen die een plekje zoeken in 1B, en ook dit vormt een grote uitdaging. Er zijn namelijk verschillende scholen die een limiet zetten op het aantal leerlingen die in 1B kunnen starten.

Tijdens mijn stage als leerlingenbegeleider (2021-2022) waren op dat moment vier klasjes 1B op de middenschool waar ik stond. Er was een maximum van 15 leerlingen per klas. Dat wil dus zeggen dat er ongeveer 60 leerlingen in 1B zaten. Er stonden na de opendeurdag echter veel meer dan 60 leerlingen op de wachtlijst. Het aantal leerlingen per klas groter maken zagen ze echter absoluut niet zitten. De leerkrachten vonden het al ontzettend uitdagend om voor een 1B klasje van 15 leerlingen te staan. Waarom ze dit zo moeilijk vonden, kan je hier lezen.

Hoewel veel mensen vast verschillende meningen hebben over de kwaliteit van ons onderwijs, kunnen we niet ontkennen dat er iets moet ondernomen worden om ervoor te zorgen dat dit cijfer opnieuw kan dalen. De verschillende factoren die Katrijn Denies opsomde, hebben mij dan ook aan het denken gezet.

Kinderen worden minder gestimuleerd door hun ouders. Dit is een jammer gevolg dat de evoluerende technologie met zich meebrengt. Kinderen zijn steeds minder geïnteresseerd in het lezen van boeken, en dit wordt vaak ook minder aangemoedigd door ouders. Steeds vaker zie je jonge kinderen met een tablet op de schoot, en worden ze steeds vroeger blootgesteld aan sociale media, wat op zich al een nadelig effect heeft op het concentratievermogen van kinderen. Ik snap dat dit een handige tool is om je kind eventjes bezig te houden, maar persoonlijk ben ik toch van plan om mijn toekomstige kinderen op een meer ouderwetse manier op te voeden. Als iemand die zelf graag leest (en een beetje te veel geld uitgeeft aan haar boekencollectie), zou ik sterk willen proberen om deze interesse te delen met hen. Harry Potter zal er alleszins met de paplepel ingegoten worden.

Maar ook de andere factoren spelen natuurlijk een rol. Het is immers bewezen dat kinderen die honger hebben minder goed kunnen nadenken. Het is dan ook een heel trieste situatie dat zoveel kinderen zonder eten naar school moeten gaan, meer hierover kan je hier lezen. Daarbij heb ik het ook altijd vreemd gevonden dat een OKAN school niet bestaat voor kinderen uit het basisonderwijs. Hoewel het waar is dat jongere kinderen veel makkelijker andere talen oppikken door blootstelling (een fenomeen dat 'successieve meertaligheid' wordt genoemd), mogen we niet vergeten dat ook deze kinderen ondersteuning nodig hebben. Deze kinderen zullen namelijk sneller de tweede ontwikkelen wanneer ze hier voldoende en kwalitatief aan blootgesteld worden, maar vaak horen ze Nederlands enkel op school.

Katrijn Denies geeft op het einde van dit artikel ook aan dat we niet de indruk mogen wekken dat de B-stroom minder waard is, en ik geef haar volledig gelijk. Er wordt vaak met een negatieve connotatie naar de B-stroom of het BSO gekeken, maar het zijn juist deze leerlingen die later onze vakmannen en -vrouwen zullen worden. Dit zijn de leerlingen die 'met hun handen' kunnen werken, en het zijn juist die jobs die heel belangrijk zijn. Daarom mogen we hen ook niet het gevoel geven dat hun richtingen minder waard zijn, want dat is dus niet het geval.

7 weergaven1 opmerking

1 comentário


Govert Van den Bogaert
Govert Van den Bogaert
30 de mai.

Hey Silke,

 

Bij het lezen van ‘lager onderwijs’ was ik al direct benieuwd. Ik sta, net zoals jij, versteld van de recente resultaten. Direct deed de kop me denken aan de algemene en individuele zorg in het basisonderwijs. De hoogste graad van zorg is het opstellen van een individueel curriculum, waarbij het zorgteam, CLB, directie, … overleggen welke eindtermen de leerlingen nog kan of moet behalen om een getuigschrift te behalen. En zelfs dan zijn de cijfers nog gestegen …

De oorzaken die je aanhaalde, zijn zeer herkenbaar. Ik kwam ook op enkele stagescholen terecht waarbij ik zag dat leerlingen geen eten van thuis kregen, de moeder koppig besliste dat zij zal bepalen welke boeken haar kind met taalachterstand…


Curtir
bottom of page